SV | En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen den koning van het Noorden, die [ook] een grote menigte oprichten zal, doch die menigte zal in zijn hand gegeven worden. |
WLC | וְיִתְמַרְמַר֙ מֶ֣לֶךְ הַנֶּ֔גֶב וְיָצָ֕א וְנִלְחַ֥ם עִמֹּ֖ו עִם־מֶ֣לֶךְ הַצָּפֹ֑ון וְהֶעֱמִיד֙ הָמֹ֣ון רָ֔ב וְנִתַּ֥ן הֶהָמֹ֖ון בְּיָדֹֽו׃ |
Trans. | wəyiṯəmarəmar meleḵə hanneḡeḇ wəyāṣā’ wəniləḥam ‘immwō ‘im-meleḵə haṣṣāfwōn wəhe‘ĕmîḏ hāmwōn rāḇ wənitan hehāmwōn bəyāḏwō: |
En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen den koning van het Noorden, die [ook] een grote menigte oprichten zal, doch die menigte zal in zijn hand gegeven worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen den koning van het Noorden, die [ook] een grote menigte oprichten zal, doch die menigte zal in zijn hand gegeven worden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!